Beginnen met sporten: de verschillende fases

De eerste stap naar meer bewegen of sporten is vaak moeilijk. Maar als je de verschillende fases beter begrijpt, wordt het een stuk gemakkelijker om gemotiveerd te blijven en elke twijfel te verjagen :)

De eerste stap naar meer bewegen of sporten is vaak moeilijk, daar geef ik je gelijk in! Want nee, je zult niet altijd even gemotiveerd zijn ... of evenveel vorderingen maken ... Maar als je iets meer weet over de verschillende fases, wordt het gemakkelijker om vol te houden, zelfs wanneer de twijfel toeslaat of je de moed verliest.

DE VERSCHILLENDE FASES

Nadat je iets een of twee keer hebt geprobeerd, weet je of je het leuk vindt. Op dat moment wordt het interessant om goed materiaal te hebben zodat je vorderingen kan maken.

Daarna doorloop je verschillende fases:

1/ De euforie van het begin
Je maakt snel vorderingen, je hebt er plezier in, een nieuwe wereld gaat voor je open en je bent vol enthousiasme.
Afhankelijk van hoe ijverig je bent, merk je al snel een lichte of net grote verbetering, maar let wel op: overdrijf niet, om spierpijn te voorkomen, maar ook om te vermijden dat je er al snel genoeg van krijgt en afhaakt.

2/ Stagnatie
Na een tijdje komt je op een plateaufase en heb je het gevoel dat het trainen nergens meer toe leidt. Je merkt geen vorderingen meer en verliest op slag je motivatie. Je enthousiasme van in het begin is helemaal verdwenen.

Op dit soort momenten is het belangrijk om op je tanden te bijten en toch door te zetten. Die "trainingsplateaus" zijn immers nodig zodat je lichaam zich kan aanpassen aan de nieuwe motorische en intellectuele vaardigheden en kan recupereren.

3/ Vooruitgang
Maar wees gerust, als je regelmatig blijft trainen, doorbreek je het plateau en merk je opnieuw vorderingen.

Fase 2 en 3 zullen elkaar nog vaak opvolgen, maar geef niet op!

HOE GEMOTIVEERD BLIJVEN

Enkele tips om gemotiveerd te raken én te blijven:

  • Kies een sport die je graag doet (dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar soms denk je dat je een sport moet doen omdat die nu een trend is, of omdat je altijd gezegd hebt dat je dit zou doen enz.)
  • Ga niet als een bezetene van start: zelfs niet als je al een goede conditie hebt: elke sport is weer anders en vraagt andere inspanningen. Begin rustig aan je eerste trainingen, daarna kan je altijd nog versnellen maar oordeel objectief over je eigen niveau en pas de intensiteit en duur van je trainingen daaraan aan.
  • Zet je sportmoment in je agenda: bepaald hoeveel tijd je aan het sporten besteedt en plan die tijd zorgvuldig in zodat je dit langer dan een week kan volhouden.
  • Het kan motiverend werken om je manier van trainen te variëren: alleen, in groep, in een club, met twee …
  • Houd goed voor ogen dat je progressie geen lineair proces is en vooral geleidelijk gaat: loop dus niet te hard van stapel.
  • Plan recuperatie- en rustmomenten in: een goede recuperatie is belangrijk om gemotiveerd te blijven en blessures en overtraining te voorkomen (dat geldt vooral in de eerste enthousiaste fase). Je lichaam moet kunnen herstellen om vorderingen te kunnen maken. Bovendien geven de pauzes rust in je hoofd zodat het trainen leuk blijft en geen obsessie wordt.
  • Besteedt ook aandacht aan je slaap en voeding: meer of een ander soort lichaamsbeweging vraagt om andere voedingsstoffen. En je lichaam heeft nood aan rust. Je zult misschien in het begin wat moe zijn, maar dat is volkomen normaal. Luister naar je lichaam, het weet wat het nodig heeft!
  • Tot slot heb je ook goed materiaal nodig om vorderingen te kunnen maken: je hoeft echt niet direct het tennisracket van de nummer een van de wereld of de fiets van een Tour de France-winnaar te gebruiken, maar met de juiste uitrusting op maat van jouw manier van sporten wordt het allemaal een heel stuk aangenamer.
  • Tot slot kan je voor jezelf een trainingsdoel bepalen, een wedstrijd bijvoorbeeld: dat kan wonderen doen voor je motivatie en is een mooie uitdaging. Kies een redelijk doel, dat best ambitieus mag zijn maar haalbaar moet blijven, om te voorkomen dat je na je eerste wedstrijd al meteen het hele sporten opgeeft!

ONTHOUD

Na de eerste 2 of 3 trainingssessies komen er gegarandeerd momenten waarop je motivatie op een laag pitje staat. Om te voorkomen dat je op die momenten stopt, is het nuttig om je daarop voor te bereiden (trainingsmaatje, het sporten inplannen in je agenda ...).

Denk er bovendien aan dat progressie jammer genoeg geen lineair proces is. Het volstaat niet om te beginnen met een sport om er ook 'goed' in te worden.
De progressiecurve verloopt meer als een trap. Je vordert in fases. In het begin merk je, afhankelijk van je trainingsijver, al vrij snel een lichte of grote verbetering. Dan bereik je een plateau en heb je het gevoel dat je geen vorderingen meer maakt.

HET ALLERBELANGRIJKSTE IS DAT JE BLIJFT GENIETEN VAN HET SPORTEN! LUISTER ALTIJD NAAR JE LICHAAM EN JE GEVOEL EN JE HEBT DE SLEUTEL IN HANDEN OM VAN SPORTEN EEN PRIMA GEWOONTE TE MAKEN!

Hélène PETOT
Ingenieur onderzoek en ontwikkeling bij het DECATHLON SportsLAB en doctor in de trainingsfysiologie